Hoe maak ik een CO2-routekaart?

Hoe maak ik een CO2-routekaart?

Een CO2-routekaart maak je door een plan op te stellen voor CO2-reductiemaatregelen voor het vastgoed van je zorginstelling en de bestuurlijke ondersteuning voor het plan vast te leggen.

1. Stel een plan voor CO2-reductie op

Stel een plan op met CO2-reductiemaatregelen voor je vastgoed zodat de CO2-uitstoot wordt teruggebracht. Het plan loopt van nu tot 2030 en kijkt vooruit naar 2050. Gebruik zo veel mogelijk natuurlijke momenten voor onderhoud en vervanging.

Gebruik een tool om maatregelen in te plannen

Voor een routekaart heb je een instrument nodig waarmee je energiebesparende maatregelen kunt inplannen en vervolgens het effect ziet op kosten, baten, energiebesparing en CO2-reductie. De uitkomst is je routekaart.

Milieuplatform Zorgsector heeft hiervoor speciaal de CO2-reductietool ontwikkeld. Deze wordt in de care het meest gebruikt.

Je kunt ook een andere tool gebruiken om een routekaart te maken. Zie bijvoorbeeld dit praktijkvoorbeeld.

Invullen: van bekend naar onbekend
  • Begin met het inplannen wat je al weet. Denk aan Erkende Maatregelen, maatregelen uit een EED-audit, of concrete plannen voor zonnepanelen.
  • Pak vervolgens de MJOP’s erbij: welke maatregelen zijn ingepland die energie besparen of waar ook een extra energiebesparende optie mogelijk is?
  • Ook leg je de verbinding met het strategisch huisvestingsbeleid. Welke plannen zijn er voor sloop-nieuwbouw, grootschalige renovatie en uitbreiden of afstoten van vastgoed? Neem panden die afgestoten of gesloopt worden ook mee in je routekaart. Dit heeft immers grote invloed op de CO2-uitstoot. Zie ook de veelgestelde vraag hierover.
  • Tot slot onderzoek je welke maatregelen nog meer nodig zijn om de doelstellingen voor CO2-reductie in 2030 en voor 2050 te halen. Plan ze zoveel mogelijk in in combinatie met natuurlijke momenten voor onderhoud of vervanging.

Tips bij het maken van een CO2-routekaart

De CO2-routekaart maak je vooral voor je eigen organisatie. Je kan dus ook maatregelen inplannen die feitelijk nog onzeker zijn. Eventueel markeer je de onzekerheden zodat je collega’s verschil kunnen zien tussen zekere en onzekere maatregelen. Een andere optie is om meerdere routekaarten te maken met meerdere scenario’s.

In CO2-routekaarten is het gangbaar om voor maatregelen voor een zelfstandig moment met de gehele investeringskosten te rekenen, en voor maatregelen voor een natuurlijk moment met alleen de meerkosten.

Energiemaatregelen worden vaak verdeeld in maatregelen voor een zelfstandig moment en maatregelen voor een natuurlijk moment. Een maatregel voor een zelfstandig moment kan je direct inplannen en uitvoeren. Je hoeft niet te wachten op een vervangingsmoment. Een maatregel voor een natuurlijk moment kan je het best uitvoeren als apparatuur, installaties of (bouwkundige) voorzieningen aan vervanging toe zijn.

Over het algemeen zal je alleen maatregelen uitvoeren die zich terugverdienen. Van een maatregel voor een zelfstandig moment moeten de hele investeringskosten zich terugverdienen; van een maatregel voor een natuurlijk moment alleen de meerkosten van de energiezuinige optie. Veel maatregelen verbeteren ook het comfort en hoeven zich dan niet terug te verdienen.

In energieadviezen worden van maatregelen op een natuurlijk moment meestal alleen de meerkosten geschat. In MJOP’s wordt met de totale investeringskosten gewerkt. Kosten uit een energieadvies (en ook de CO2-tool) kunnen dus niet kosten uit een MJOP vervangen. De meerkosten van maatregelen op een natuurlijk moment komen bovenop de al geplande kosten in een MJOP. 

Tip: Onderbouw in het MJOP  de ‘dure’ maatregelen voor de komende vier à vijf jaar met goede kostenschattingen. Kosten voor de langere termijn kunnen (voorlopig) grof geschat worden. 

Als jouw instelling volgens de ingevulde routekaart de CO2-doelen nog niet haalt, kan je met ‘backcasting’ aan de slag. Backcasten is: terugredeneren vanuit een langetermijnvisie naar het nu. Je begint bij een gewenst toekomstbeeld (gebouwen met nul CO2-emissie in 2050) en redeneert terug naar de huidige situatie. Zo vorm je je een beeld van welke stappen nodig zijn om dat toekomstbeeld te realiseren. Door vanuit een gewenste toekomst te denken, kom je makkelijker tot de systeemsprongen die nodig zijn. Vanuit het heden denkend blijf je eerder steken in bekende oplossingen.

De portefeuilleroutekaart betreft al het vastgoed, dus ook het gehuurde vastgoed. Jouw instelling betaalt immers de energiekosten en de CO2-uitstoot wordt aan jouw instelling toegerekend.

Heeft jouw instelling eigen en gehuurd vastgoed? Begin dan eerst in de routekaart met het eigen vastgoed. Daar heb je direct invloed op. En als je zelf beter bekend bent met de routekaart, is het makkelijker om met de verhuurder(s) hierover in gesprek te gaan. In de handleiding Hoe om te gaan met gehuurd zorgvastgoed lees je hier meer over.

Heb je heel veel gebouwen?
Begin met 5 à 10 grote gebouwen. Als je voor een aantal gebouwen de routekaart hebt ingevuld, krijg je al doende meer zicht op de aanpak en hoe je hier mee verder wilt.

Grote en middelgrote gebouwen
Grote gebouwen (>30 cliëntplekken/bedden of >200.00 kWh/jaar of >75.000 m3 aardgas/jaar) neem je bij voorkeur als ‘individueel’ gebouw mee in de routekaart. Zo ook middelgrote gebouwen (>50.000 kWh/jaar of >25.000 m3 aardgas/jaar). Vaak zijn in grote organisaties 20% van alle gebouwen midden- en grootverbruikers en gebruiken deze 80% van de energie.

Kleine gebouwen
Kleine gebouwen kan je desgewenst clusteren. Bijvoorbeeld op basis van de functie en/of de bouwtechnische en energetische eigenschappen. Lees hier meer over bouwjaarklassen. Heeft jouw organisatie een steekproef gebruikt voor een EED? Dan kan je deze indeling waarschijnlijk ook in de routekaart gebruiken.

Locatie met veel gebouwen zonder tussenmeters
Als gebouwen diverse functies en verschillende bouwjaren hebben is maatwerk nodig. Een routekaart maken is dan best lastig. Doordat je het energieverbruik per gebouw moet schatten, worden ook de verwachtte investeringen en besparingen onnauwkeurig. Geef prioriteit aan het plaatsen van tussenmeters in grote en middelgrote gebouwen (op basis van een schatting van het energiegebruik).

Werkt jouw organisatie in regio’s?
Overweeg een routekaart op te stellen per regio. Dat maakt het ook makkelijker om de regio’s erbij te betrekken.

2. Leg de bestuurlijke ondersteuning vast

Dit is belangrijk! Het bestuur is de verbindende schakel tussen strategie, financiering en uitvoering. Zonder vaststelling door bestuur blijft je routekaart een concept. Bij het opstellen van een portefeuilleroutekaart en een duurzaamheidsstrategie voor het vastgoed van de organisatie is het dus belangrijk om het bestuur tijdig te betrekken. Hiermee zorg je dat de routekaart formeel onderdeel wordt van de vastgoedstrategie en ingebed is in de onderhoudsplanning van de organisatie. Onderdeel van de vaststelling is dat voor vijf jaar financiële ruimte is geregeld en met het bestuur is vastgelegd om de ingeplande maatregelen uit te voeren.

Gebruik voor bestuurlijke vaststelling dit document: oplegger voor het bestuur. Bekijk ook de pagina Hoe borg ik de CO2-routekaart in ons beleid?

Voordat maatregelen kunnen worden overgenomen in een MJOP moet gekeken zijn naar technische, praktische en financiële uitvoerbaarheid. Kijk ook goed naar de personele uitvoerbaarheid: hebben de medewerkers voldoende tijd voor het implementeren van de maatregelen? Bestuurlijke commitment betekent ook helpen bij het vrijmaken van resources (financiering, personeel) voor implementatie.

3. Stuur de routekaart op

Is de CO2-reductietool (of andere tool) ingevuld en heb je bestuurlijke commitment? Stuur dan je routekaart naar EVZ op! Lees op deze pagina hoe je dat in 3 stappen doet doen.

Opstellen CO2-routekaart geeft richting

GGZ Breburg, Maurice Roovers, projectleider duurzaamheid
GGZ Breburg heeft met de CO2-reductietool een eerste CO2-routekaart gemaakt voor haar vastgoed. Voor twee grote locaties is de routekaart uitgewerkt; voor de rest van het vastgoed is de basis gelegd.

Routekaart CO2-reductie zet Careyn op koers energietransitie

Careyn, Arno van der Spek, facilitair specialist
Careyn ging als een van de eerste zorgaanbieders aan de slag met de portefeuilleroutekaart. Hun aanpak laat zien dat de eerste stappen helpen om met collega’s vervolgstappen te maken en te werken aan draagvlak voor de energietransitie.