Informatieplicht met CO2‑reductietool
Informatieplicht met CO2‑reductietool
De CO2-reductietool versie 2 is een goede basis voor de Informatieplicht. Hier lees je eerst een korte toelichting op de wet en hoe je de CO2-reductietool gebruikt voor de Informatieplicht.
Informatieplicht 2023 in het kort
De Informatieplicht geldt voor alle locaties met meer dan 50.000 kWh elektriciteitsgebruik of 25.000 m3 aardgasverbruik. In de Informatieplicht informeer je de overheid over de Erkende Maatregelen voor energiebesparing op deze locatie. De deadline voor de informatieplicht is 1 december 2023. Lees verder bij RVO.
Instructies CO2-reductietool en E-loket Informatieplicht
Er is een formulier van RVO dat moet worden ingevuld en ingeleverd via het E-loket. De nieuwe versie van de CO2-reductietool (v2 juli 2023) is een goede basis om dit formulier in te vullen. Er komt een tussenstap om de gegevens uit de tool zo simpel mogelijk om te zetten naar het formulier. Wacht op instructies van EVZ om informatie uit je CO2-tool automatisch te kopiëren naar dit formulier.
Informatieplicht en huurvastgoed
Lees verder over huurvastgoed en Informatieplicht (en EED en CO2-tool).
Harmonisering energiewetgeving
Milieu Platform Zorgsector en de brancheorganisaties ActiZ, VGN en De Nederlandse ggz hebben zich, helaas tevergeefs, hard ingezet om met gebruik van de CO2-reductietool voor de Informatieplicht de administratieve lasten van de energiebesparingsplicht te verminderen. In eerdere gesprekken met het ministerie van EZK leek dat de ingevulde CO2-reductietool direct zou kunnen worden ingeleverd voor de Informatieplicht. Helaas is dit toch niet mogelijk.
Hoe vul je huurpanden in in de CO2-tool?
Vanaf 2023 zijn verhuurders verantwoordelijk voor de Informatieplicht van de door hen verhuurde gebouwen. Verhuurders hebben zelf inzicht in de stand van zaken van gebouwgebonden maatregelen. Voor procesgebonden maatregelen (denk aan grootkeuken of productkoeling) zijn zij afhankelijk van hun huurders voor deze informatie.
EVZ adviseert zorgorganisaties huurpanden op te nemen in de CO2-tool. Voor de EED heeft de zorgorganisatie deze info namelijk wél nodig.
- Maak voor iedere verhuurder een eigen CO2-tool. Hierin vult de zorgorganisatie haar deel in. In versie 2 kan je per maatregel aangeven bij wie deze maatregel op de demarcatielijst staat. Zie kolom H: voor ons (=zorgorganisatie), voor verhuurder, voor huurder (bij onderhuur). Dat heeft als voordeel dat kosten voor eigen organisatie en kosten voor verhuurder gescheiden blijven. Bij de kosten voor de verhuurder staan dan mogelijk ook kosten voor wat eigen maatregelen (het huurdersdeel), maar veelal zal dat weinig zijn vergeleken met de kosten voor de eigen gebouwen.
- Stuur de CO2-tool toe aan de verhuurder. Deze kan de informatie overnemen voor de Informatieplicht.
- Vraag aan de verhuurder de informatie over de gebouwgebonden maatregelen retour. Dit kan in een aangevulde CO2-tool of in een uitdraai van het e-loket voor de Informatieplicht. Vul in dit geval de CO2-tool aan met deze gegevens.
- Gebruik het overkoepelend dashboard om deze en andere CO2-tools samen te voegen en een totaaloverzicht te hebben voor de hele zorgorganisatie.
Zie ook de Voorbeeldbrief aan de verhuurder.
Wat als de zorgorganisatie niet de enige huurder is?
Als er meerdere huurders zijn, dan is het het beste samen één CO2-routekaart te maken voor het hele pand. Het is vaak lastig om de gebouwdelen uit elkaar te trekken in meerdere routekaarten.
Vaak is niet al het energieverbruik van huurders bekend. Dit kan geschat worden.
- Voor serviceappartementen bijvoorbeeld met gemiddelden voor woningen, bijvoorbeeld met de informatie van Milieucentraal. Hier wordt een verdeling gemaakt op basis van aantal bewoners en woningtype, zowel voor elektra als gas. Het gasverbruik kan hoger zijn in zorgappartementen door hogere binnentemperaturen, meer aanwezigheid of ‘slecht’ gedrag.
- Voor een gezondheidscentrum bijvoorbeeld met de gemiddelden die Stimular berekende voor huisartsen.
- Evenzo voor kantoren.