De terugverdientijd van maatregelen in de CO2-tool is extreem lang of kort, wat gebeurt er?

De terugverdientijd van maatregelen in de CO2-tool is extreem lang of kort, wat gebeurt er?

Het kan voorkomen dat de CO2-reductietool een extreem lange of korte terugverdientijd bij maatregelen toont. Dit heeft twee mogelijke oorzaken:
  1. Het verbruik is verkeerd ingevuld (check op punten en komma’s),
  2. De energiehuishouding van de locatie wijkt af van de standaard. Dit is bijvoorbeeld het geval als het pand (vrijwel) van het gas af is (all-electric) of het verbruik per m2 zeer hoog of laag is.

De tekst hieronder gaat in op de tweede oorzaak en beschrijft hoe je dit in de CO2-tool op kunt lossen.

Toelichting

In de CO2-tool reduceren warmtebesparende maatregelen standaard het aardgas- of warmteverbruik met een bepaald percentage. Als er weinig of geen aardgas of warmte ingekocht wordt, klopt de berekende besparing (in m3 aardgas of GJ warmte) niet. De berekende terugverdientijd is dan zeer lang of zelfs oneindig.

Bij maatregelen die elektriciteit besparen is de geschatte procentuele besparing juist te hoog bij deze panden. Immers elektriciteit wordt nu niet grotendeels voor verlichting en ventilatie gebruikt, maar ook voor verwarming. De berekende besparing (in kWh) is te hoog en de berekende terugverdientijd te kort.

Instructie

Om een juist beeld te krijgen van de besparingen en de terugverdientijden moeten de maatregelen handmatig in de tool gecorrigeerd worden voor deze panden. Je kunt hiervoor de hulp inschakelen van een EVZ-adviseur of onderstaande stappen volgen:
  1. Wijzig in kolom P en/of R de reductie op aardgas en/of warmte van de maatregelen die je uit wilt voeren
    • Reeds gasloos? Dan kun je de inhoud van die cellen leegmaken en door naar stap 3.
    • Nog niet gasloos, dan betreft het waarschijnlijk één of meer van de volgende situaties:
      • Er is nog een back-up ketel naast een hybride warmtepomp. Laat de lage reductie op gas in kolom P of R (in geval van warmte GJ) staan en ga door naar stap 3.
      • Er is nog een ketel voor het tapwater. Bedenk of maatregel ingrijpt op tapwater. Zo ja, verhoog dan de aardgasreductiefactor (tot 100% als je overstapt op een warmtepompboiler). Zo nee, verwijder dan de reductie in kolom P of R (in geval van warmte GJ) en ga door naar stap 3.
      • Er is slechts een gedeelte van het pand van het gas af. Overweeg dit gedeelte op te nemen in een nieuw tabblad. Als dat teveel moeite is, verander dan de besparing van maatregelen met een factor gelijk aan verhouding vleugel/rest van pand. Denk hierbij ook aan eventuele verlaging van investeringskosten.
  2. Wijzig in Kolom Q de reductie op elektriciteit van de maatregelen
    1. Exact (in kWh) als je weet wat maatregelen besparen.
    2. Geschat op basis van het GO:
      1. Vermenigvuldig het vloeroppervlak met 11,4 (= gemiddeld gasverbruik bestaande bouw),
      2. Vermenigvuldig dat met 9,8 (= omrekening van gas naar elektra),
      3. Deel vervolgens door 4 (COP van gemiddelde warmtepomp),
      4. Kijk het tabblad Bron welk besparingspercentage op aardgas bij de maatregel hoort (kolom J bij panden kleiner dan 3000 m2 GO, kolom O voor panden groter dan dat) en vermenigvuldig dat percentage met het resultaat uit het de vorige stap. Je hebt nu een schatting van de besparing op warmte uitgedrukt in kWh. Vul dit in kolom Q van het locatietabblad bij de betreffende maatregel in.
  3. Zet de beveiliging weer terug op het tabblad