- Natuurinclusief bouwen
- ,Wet- en Regelgeving
Bij bouwen, verbouwen of verduurzamen aan de buitenkant of rondom zorglocaties heb je te maken met flora en fauna. En daar hoort weer wet- en regelgeving bij. Er zijn landelijke, provinciale en lokale regels. Soms is het ook nodig om een vergunning aan te vragen voor werkzaamheden.
Enkele voorbeelden waar je mogelijk een vergunning voor nodig hebt zijn werkzaamheden aan of rondom een gebouw, het plaatsen of aanpassen van een hekwerk, spouwmuurisolatie en graafwerkzaamheden.
Door de wetten en regels te volgen voorkom je verrassingen en vertraging. Hier lees je welke wetgeving geldt en hoe je hier rekening mee kunt houden.
Wet, regel, besluit, norm? Zie wat de verplichting inhoudt in de Definitielijst.
Deze landelijk regels worden onder de tabel toegelicht, met de bepalingen die met name relevant zijn voor zorgorganisaties. Voor de provinciale en gemeentelijke regels vind je onderaan een lijst met bronnen waar je meer informatie kunt vinden.
Regel/bepaling | Staat in | Artikel |
---|---|---|
Zorgplicht | Omgevingswet | 1.6 |
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) | Omgevingswet | 2.11 |
Flora- en Fauna-activiteiten | Omgevingswet | 5.1 |
Flora- en Fauna-activiteiten | Bal | 11.37, 11.46, 11.54 |
Specifieke zorgplicht | Bal | 11.27 |
Voorkomen onnodig lijden | Bal | 11.28 |
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) | Omgevingswet | 2.2 |
Sloopactiviteiten | Bbl | hoofdstuk 7 |
Bouwactiviteiten | Bbl | hoofdstuk 7 |
Verbouwing/renovatie | Bbl | hoofdstuk 5 |
De Omgevingswet geldt bij nieuwbouw of grote renovaties. Kleine verduurzamingsmaatregelen, zoals het plaatsen van zonnepanelen of isolatie, kunnen voor sommige activiteiten vergunningsvrij zijn. De Omgevingswet zelf is een soort kapstokwet die nader is uitgewerkt in verschillende besluiten. Samen wordt dat het stelsel Omgevingsrecht genoemd. Onderdeel van het stelsel zijn het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
In het Bal staan regels over activiteiten die invloed hebben op onder andere de natuur, bodem, lucht en water. De algemene en specifieke zorgplicht zijn uitgewerkt per thema. Ook staat erin welke type activiteiten vergunningsplichtig zijn, welke zijn uitgezonderd van de vergunningsplicht en wat de vergunningsvrije gevallen (vrijstellingen) zijn.
In het Bbl staan onder meer technische eisen en milieuprestaties voor bouwwerken en staan regels over meldingsplichten en eventuele vergunningplichten voor sloop- en bouwactiviteiten.
Dit is een algemene regel uit artikel 1.6 van de Omgevingswet die voor iedereen (niet alleen de overheid) van toepassing is. De norm is breed geformuleerd en geldt voor de gehele fysieke omgeving, zowel voor beschermde als niet-beschermde natuur, flora en fauna.
De algemene zorgplicht is een vangnet om op terug te vallen als regels niet expliciet in besluiten zijn opgenomen. Bijvoorbeeld als je op eigen terrein een boom omhakt waar geen specifiek verbod staat, dan kun je daar alsnog op worden aangesproken.
Initiatiefnemers van activiteiten (organisaties, bedrijven en particulieren) moeten de mogelijk nadelige gevolgen ervan op de fysieke omgeving voorkomen, beperken of ongedaan maken.
Voorbeelden van nadelige gevolgen zijn:
De algemene zorgplicht is eigenlijk een algemene fatsoensnorm die iedereen vraagt te kijken welke (negatieve) effecten je activiteiten kunnen hebben op de fysieke leefomgeving. Vervolgens betekent de plicht om deze effecten zoveel mogelijk te voorkomen en anders te beperken of ongedaan te maken. Bijvoorbeeld door het gebruik van gifstoffen te vermijden, rekening te houden met het gebruik van drink- en grondwater bij het besproeien van de tuin of perceel, of te voorkomen dat afval in het milieu terecht komt.
In het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) staan in de paragrafen 11.2.2 t/m 11.2.4 ‘schadelijke handelingen’ die niet zonder een omgevingsvergunning mogen worden verricht. Bij aanvraag van een vergunning wordt deze getoetst aan de hand van drie criteria die staan beschreven in paragraaf 8.6.2 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).
De criteria in het kort:
Indieningsvereisten
In paragraaf 7.2.8a.2 van de Omgevingsregeling (Or) staan de indieningsvereisten. Dit is het juridisch kader van de beschermingsregimes van de bescherming van vogels, habitatrichtlijnsoorten en nationaal beschermde soorten. Voor zorgorganisaties zijn de met name drie onderdelen belangrijk, die hieronder worden toegelicht.
Een Flora en Fauna-activiteit (FF) is een ‘Activiteit met mogelijke gevolgen voor van nature in het wild levende dieren of planten’ (bijlage bij artikel 1.1 Omgevingswet ). Vaak is een FF-activiteit het gevolg van een andere activiteit, zoals bouwen, slopen of het kappen van bomen. Voor FF-activiteiten geldt onder meer (naast een mogelijke vergunningplicht bij nadelige gevolgen op beschermde soorten) de specifieke zorgplicht.
Enkele voorbeelden van FF-activiteiten zijn:
Kijk voor de volledige lijst op Werkzaamheden FF-activiteiten
Sinds 1 januari 2024 geldt de Specifieke Zorgplicht (artikel 11.27), deze is uitgewerkt per type activiteit in het Bal. Er staan duidelijke regels in die gelden bij het uitvoeren van een activiteit zoals het verduurzamen, verbouwen en renoveren van je gebouw. Anders dan de algemene zorgplicht is de specifieke zorgplicht nader uitgewerkt: de regels hoe je aan de specifieke zorgplicht moet houden zijn verduidelijkt.
Het doden of vangen van flora en fauna is verboden, net als het verstoren of beschadigen van de directe leefomgeving van soorten (bijv. foerageergebieden, plaatsen om jongen groot te brengen en rust en vaste verblijfsplaatsen).
Als de FF-activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor de natuur, flora en/of fauna moet je je houden aan de specifieke zorgplicht. Ook dit geldt weer voor iedereen: Initiatiefnemers zoals organisaties, bedrijven, particulieren en ook de overheid. Nadelige gevolgen kunnen bijvoorbeeld ontstaan door trillingen, warmte of geluid.
Waaruit bestaat de specifieke zorgplicht
In Bal staat beschreven waar die specifiek zorgplicht uit bestaat. Het bestaat uit een onderzoeksplicht om te weten te komen welke beschermde en bedreigde soorten voorkomen. Daarnaast is er de plicht voor het nemen van passende preventieve maatregelen om nadelige gevolgen te voorkomen. En voor het nemen van passende herstelmaatregelen om nadelige gevolgen te beperken of ongedaan te maken.
Wat betekent de specifieke zorgplicht in de praktijk
Dit betekent dat je bij sloop, renovatie of verduurzaming (zoals dak-, of gevelisolatie) vooraf laat onderzoeken of er bijvoorbeeld vleermuizen, slangen, marters of vogels aanwezig. Zo kunnen vogels en vleermuizen achter betimmering, dakpannen en daklijsten zitten, slangen in spouwmuren kruipen en marters rondom het gebouw voorkomen.
Om een betrouwbaar onderzoeksresultaat te krijgen is gedegen onderzoek door een ecologisch adviesbureau nodig. Als uit dit ecologisch onderzoek blijkt dat er dieren aanwezig zijn, moeten er maatregelen worden genomen om de nadelige gevolgen voor hen uit te sluiten.
FF-activiteiten moeten worden uitgevoerd zodat aanwezige dieren de kans krijgen te vertrekken. Als er kans is dat in het wild levende dieren worden gevangen of gedood, moet onnodig lijden worden voorkomen. Dit geldt voor alle in het wild levende diersoorten en in alle gevallen, ongeacht of er een vergunning of vrijstelling is verleend voor het vangen of doden van dieren.
Dit geldt dus ook bij de bestrijding van invasieve exoten (zoals muskusratten, nijlganzen en Aziatische hoornaars) of bestrijding van overlast. Hierbij moet het dierenwelzijn dus gewaarborgd blijven.
Er is een lijst van de EU (Unielijst) van invasieve soorten (planten en dieren). Deze lijst is te vinden via invasieve-exoten.info. Het is de taak van de lidstaten om deze soorten, waar mogelijk, uit te roeien in het wild.
In het Besluit bouwwerken leefomgeving staan regels over veiligheid, gezondheid, duurzaamheid en bruikbaarheid van bouwwerken.
Het Bbl bevat vooralsnog geen regels over natuurinclusief bouwen, maar daar komt mogelijk verandering in. Zo wordt het mogelijk verplicht om bij nieuwbouw verblijfsvoorzieningen te realiseren voor beschermde vogels en vleermuizen.
Indirect draagt het Bbl wel bij aan soortenbescherming, bijvoorbeeld door eisen aan het afvoeren van sloopafval en aan fossiel energiegebruik te stellen. Klimaatverandering, een gevolg van fossiel energiegebruik, verstoort namelijk ecosystemen en veroorzaakt een achteruitgang in biodiversiteit.
Gedeeltelijk of geheel slopen van gebouwen? Dan geldt er een meldingsplicht sloopactiviteit en informatieplicht sloopwerkzaamheden. Voor een sloopactiviteit is geen vergunning nodig op rijksniveau. Daarnaast zijn er regels voor het uitvoeren van sloopwerkzaamheden, zoals over geluidshinder, trillingshinder en veiligheid. Deze staan in hoofdstuk 7 van Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Bouwen, onderhoud of verduurzaming van gebouwen? Deze werkzaamheden hebben mogelijk gevolgen voor de flora en fauna die er van nature voorkomen. Voor het uitvoeren van bouwwerkzaamheden geldt daarom specifieke zorgplicht.
Regels voor het voorkomen van gevaar in de directe omgeving: Specifieke zorgplicht bij het uitvoeren van bouwwerkzaamheden | Informatiepunt Leefomgeving
Regels voor het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of vergroten van een bouwwerk: Technische bouwactiviteit | Informatiepunt Leefomgeving
Een aantal bouwactiviteiten zijn vergunningsvrij. Deze door het Rijk aangewezen activiteiten aan/voor bouwwerken, staan in artikel 2.29 Bbl (Rijksoverheid). Houd er rekening mee dat er desondanks nog wel beschermde soorten kunnen voorkomen waarvoor een omgevingsvergunning nodig is als er sprake is van een flora- en fauna-activiteit.
Verbouwen of verplaatsen van gebouw of een gedeelte daarvan? In artikel 5.14 van het Bbl staan eisen voor geluid van bouwwerkinstallaties waarbij een maximum geldt van
10 dB.
Vleermuizen
Vleermuizen zijn streng beschermd volgens artikel 11.46 Bal en verblijven graag in spouwmuren. Daarom geldt de specifieke zorgplicht en mogelijk een vergunningplicht als je de spouwmuur van een zorggebouw wilt na-isoleren. Volg deze stappen om te voldoen aan de specifieke zorgplicht en vergunningplicht voor vleermuizen.
eDNA methode
Vanaf 7 maart 2025 mogen erkende isolatiebedrijven aantonen of vleermuizen in de spouwmuren zitten met de eDNA-methode (e=Environmental) (artikel 4.31c Or). Als er geen DNA-materiaal van vleermuizen wordt aangetroffen kan meteen worden gestart met na-isolatie, zonder dat er nader onderzoek en/of vleermuisvriendelijke maatregelen nodig zijn. Als er wel DNA aangetroffen van vleermuizen, dan is een nader onderzoek nodig en moet er een vergunning worden aangevraagd als gevolgen voor vleermuizen niet te voorkomen zijn.
Naast vleermuizen geldt ook een specifieke zorgplicht en een vergunningplicht voor vogel-, reptiel-, amfibie en zoogdiersoorten zoals huiszwaluwen, gierzwaluwen, huismussen, boomkikkers, rugstreeppadden, zandhagedissen, eekhoorns en dassen. De nestplaatsen en verblijfplaatsen zijn het hele jaar beschermd, ook buiten het broedseizoen. Bekijk de volledige Lijst beschermde soorten waar ook de soorten in staan die zijn vrijgesteld van vergunningsplicht (dit verschilt namelijk per provincie). Voor de soorten die op deze lijst staan gelden rijksregels en provinciale regels om ze te beschermen.
Vanuit de provincie en de gemeente zijn er meestal ook lokaal specifieke regels voor soort- en gebiedsbescherming. Dit zijn een aantal bronnen waar je hier informatie over kunt vinden:
Co2-routekaart roadshow 2025
Maandag 3 november is er weer een nieuwe editie van de CO2-routekaart Roadshow in Driebergen. Schrijf je nu in voor een ochtend met nieuwe inzichten en inspiratie voor de groene weg naar duurzaam zorgvastgoed.
thema's
Meer over EVZ
Maandag 3 november is er weer een EVZ Roadshow in Driebergen. Schrijf je nu in voor een inspirerende ochtend met kennis en ervaringen uit de praktijk van verduurzaming zorgvastgoed.