Circulair bouwen is een manier van bouwen die aansluit bij de principes van een circulaire economie: een economie zonder afval, waarin grondstoffen steeds opnieuw worden gebruikt. Het doel is om de impact op het milieu te minimaliseren en tegelijkertijd gebouwen te realiseren die toekomstbestendig zijn.
Bij circulair (ver)bouwen staat het behoud van waarde centraal. Materialen en producten blijven zo lang mogelijk in omloop, terwijl de natuur – de bron van onze grondstoffen – de kans krijgt zich te herstellen. Dit vraagt om slimme ontwerpen, duurzame materiaalkeuzes en een andere manier van denken over de levenscyclus van gebouwen.
Circulair bouwen betekent onder andere:
Circulair bouwen kent vele vormen. Het wordt soms in één adem genoemd met termen als demontabel of losneembaar bouwen, aanpasbaar of flexibel bouwen, modulair bouwen, bouwen met secundaire grondstoffen, biobased bouwen en gezond bouwen. Deze worden hieronder toegelicht. Elk van deze benaderingen draagt op zijn eigen manier bij aan een circulaire bouweconomie.
Advies: Het is belangrijk om bij je bouwproject duidelijk te definiëren wat je onder circulair bouwen verstaat. Niet elk circulair aspect is automatisch aanwezig in elk project. Door bewust te kiezen en te focussen, kun je je ambities beter realiseren. Idealiter worden meerdere circulaire principes gecombineerd, maar uit praktijkervaringen blijkt het beter te werken bij gefaseerd en doelgerichte aanpak.
Demontabel bouwen betekent dat onderdelen van een gebouw zó worden ontworpen en verbonden dat ze later eenvoudig en zonder schade kunnen worden verwijderd en hergebruikt. Denk aan schroefverbindingen in plaats van lijm. Dit vergemakkelijkt het hergebruik van materialen en draagt bij aan een langere levensduur van bouwcomponenten.
Voorbeeld: de Tijdelijke Rechtbank Amsterdam is volledig demontabel gebouwd en wordt herplaatst in Enschede.
Flexibel bouwen houdt in dat een gebouw eenvoudig aangepast kan worden aan veranderende functies of behoeften. Dit vergroot de levensduur en bruikbaarheid van het gebouw. Denk aan een schoolgebouw dat later als kantoor of zorginstelling kan dienen. Het is belangrijk dat het ontwerp hierop is voorbereid.
Modulair bouwen is een methode waarbij gebouwen worden samengesteld uit vooraf geproduceerde modules. Deze modules worden in een fabriek gemaakt en op locatie samengevoegd. Het biedt voordelen zoals snelheid, minder afval, hogere precisie en flexibiliteit in ontwerp.
Voorbeelden: Ervenstaete van Zorgspecrum en De Eschhof van Aveleijn.
Secundaire grondstoffen zijn materialen die eerder zijn gebruikt en opnieuw worden ingezet. Dit voorkomt uitputting van natuurlijke bronnen en vermindert afval. Voor een succesvolle toepassing is zorgvuldige demontage essentieel – ook wel ‘oogsten’ genoemd.
Volgens de RVO is hoogwaardig hergebruik van secundaire materialen cruciaal voor het realiseren van een circulaire bouweconomie. (bron: De circulaire bouweconomie.nl)
Voorbeelden: materialen oogsten bij Dijkzigt, Ermergis-kliniek van donormaterialen, De Kuifmees van Zorgspectrum (voormalige kantoorgebouw omgebouwd tot een intramuraal zorgcomplex).
Biobased bouwen maakt gebruik van natuurlijke, hernieuwbare grondstoffen zoals hout, hennep, stro en mycelium. Deze materialen groeien relatief snel terug en kunnen vaak worden hergebruikt, gerecycled of gecomposteerd.
Biobased materialen zijn afkomstig uit de levende natuur en passen goed in een biologische kringloop.
Voorbeeld: houten zorgwoningen van Leger des Heils
Gezond bouwen richt zich op het welzijn van gebruikers. Dit omvat een goed binnenklimaat, natuurlijke materialen, daglicht, groen en rustgevende kleuren. In de zorgsector wordt dit vaak aangeduid als een healing environment.
Onderzoek van het RIVM toont aan dat daglicht, frisse lucht en natuur in de zorgomgeving bijdragen aan sneller herstel en minder stress.
Voorbeeld: Aveleijn en biofilisch bouwen
Circulair bouwen is meer dan het hergebruik van materialen en slimme ontwerpen. Het vraagt ook om een fundamentele verandering in de manier waarop bedrijven waarde creëren: circulaire verdienmodellen. In tegenstelling tot traditionele modellen, die draaien om het verkopen van zoveel mogelijk producten, richten circulaire verdienmodellen zich op waardecreatie over de hele levenscyclus van een product of dienst.
Deze transitie vraagt ook een andere rol van opdrachtgevers: van eenmalige aankoop naar samenwerking over de lange termijn. Hieronder worden enkele belangrijke verdienmodellen toegelicht.
Een circulair ontwerp is gericht op modulariteit, demontage, repareerbaarheid en lange levensduur. Denk aan een Fairphone, die eenvoudig te upgraden en repareren is. In de bouw betekent dit bijvoorbeeld dat gebouwen flexibel en losmaakbaar worden ontworpen, zodat onderdelen later opnieuw gebruikt kunnen worden.
Rijkswaterstaat hanteert acht ontwerpprincipes voor circulair ontwerpen, waaronder levensduurverlenging, toekomstbestendigheid en duurzaam materiaalgebruik. Meer over circulaire ontwerpprincipes
In het Product-as-a-Service model blijft het product eigendom van de leverancier. Gebruikers betalen voor het gebruik, niet voor het bezit. Dit stimuleert producenten om producten te maken die lang meegaan, goed te onderhouden zijn en eenvoudig te demonteren.
Voorbeelden in de bouw zijn:
PaaS draagt bij aan verlengde producentenverantwoordelijkheid (Extended Producer Responsibility), een belangrijk beleidsinstrument in de transitie naar een circulaire economie.
De circulaire economie creëert ruimte voor nieuwe diensten. Een goed voorbeeld is het oogstcontract, waarbij afspraken worden gemaakt over het terugnemen van materialen op een later moment.
Bij het Erasmus MC in Rotterdam werd het oude Dijkzigt ziekenhuis circulair gesloopt. 95% van de vrijkomende materialen werd hergebruikt, waaronder meubels, kozijnen en lambrisering. Deze materialen werden aangeboden via een online circulaire marktplaats. Zie ook het praktikvoorbeeld Materialen oogsten uit Dijkzigt.
De MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) is een verplichte maatstaf bij nieuwbouwprojecten. De MPG geeft aan wat de milieubelasting is van de gebruikte materialen. Hoe lager de MPG-score, hoe duurzamer het gebouw.
De MPG is een goed startpunt voor het maken van duurzame materiaalkeuzes. Toch is de MPG alleen niet voldoende voor circulair bouwen, omdat het bijvoorbeeld geen rekening houdt met de losmaakbaarheid of herbruikbaarheid van onderdelen. Voor een volledige beoordeling van circulariteit zijn aanvullende criteria en methoden nodig.
Lees meer over de MPG en Milieuprestatie Bouwwerken
thema's
Meer over EVZ
Maandag 3 november is er weer een EVZ Roadshow in Driebergen. Schrijf je nu in voor een inspirerende ochtend met kennis en ervaringen uit de praktijk van verduurzaming zorgvastgoed.