Circulair en biobased bouwen zijn innovatieve benaderingen binnen de bouwsector die bijdragen aan een duurzamere toekomst. Waar circulair bouwen draait om het hergebruik van materialen en het minimaliseren van afval, richt biobased bouwen zich op het gebruik van hernieuwbare, natuurlijke grondstoffen zoals hout, hennep, olifantsgras en bamboe. Beide methoden verminderen de ecologische voetafdruk van gebouwen en dragen bij aan een gezondere leefomgeving. Hieronder vind je een overzicht van de belangrijkste voordelen van beide bouwvormen.
Bij het verduurzamen van gebouwen ligt de focus vaak op het verminderen van emissies die ontstaan tijdens het gebruik van het gebouw. Denk aan maatregelen zoals betere isolatie, efficiënte en gasvrije verwarmingssystemen, en het opwekken van eigen energie. Maar ook tijdens de bouwfase ontstaan aanzienlijke emissies — bijvoorbeeld bij de productie van bouwmaterialen, het bouwproces zelf en het verwerken van afval bij sloop of renovatie. Deze worden aangeduid als materiaalgebonden emissies.
Een groot deel van deze emissies is afkomstig van de constructiematerialen. Juist hier biedt circulair bouwen een oplossing: door het hergebruiken van bestaande bouwelementen, het toepassen van materialen met een hoog aandeel gerecyclede of hernieuwbare grondstoffen, en het ontwerpen van gebouwen die eenvoudig te demonteren zijn, kunnen deze emissies aanzienlijk worden verminderd.
Daarnaast speelt biobased bouwen een unieke rol in het reduceren van CO2-uitstoot. Materialen op basis van natuurlijke vezels — zoals hennep, vlas en hout — nemen tijdens hun groei CO2 op uit de atmosfeer. Deze koolstof blijft opgeslagen in het materiaal zolang het niet wordt verbrand of afgebroken. Hierdoor zijn biobased materialen vaak CO2-positief: ze slaan meer CO2 op dan er vrijkomt bij productie en verwerking. In sommige gevallen blijft deze CO2 zelfs tientallen tot honderden jaren vastgelegd in het gebouw.
Wanneer producten na gebruik worden weggegooid, zijn er telkens nieuwe grondstoffen nodig om vervangende producten te maken. Dit leidt tot uitputting van natuurlijke hulpbronnen. De mate waarin dit problematisch is, verschilt per grondstof.
Sommige materialen, zoals hout, zijn hernieuwbaar en kunnen binnen afzienbare tijd opnieuw worden geproduceerd. Andere grondstoffen, zoals veel metalen, zijn eindig en slechts beperkt beschikbaar. Het winnen van nieuwe grondstoffen en het produceren van bouwmaterialen veroorzaken bovendien aanzienlijke broeikasgasemissies, zoals eerder besproken. Door materialen te hergebruiken of te kiezen voor circulaire alternatieven, kunnen deze emissies en de druk op grondstoffen worden verminderd.
Biobased materialen bieden hierbij een duurzaam alternatief. Ze zijn gemaakt van hernieuwbare grondstoffen zoals hennep, vlas of hout, die lokaal kunnen worden geteeld, bijvoorbeeld door Nederlandse agrariërs. Dit draagt niet alleen bij aan een circulaire bouwsector, maar ook aan een toekomstbestendige landbouw. Deze vezelgewassen zijn snel hergroeibaar en kunnen in principe een onuitputtelijke bron van bouwmaterialen vormen. Bovendien zijn veel biobased materialen composteerbaar of geschikt voor hergebruik, wat de kringloop verder sluit.
De manier waarop we bouwen heeft directe invloed op onze gezondheid. Emissies die vrijkomen bij het gebruik en de productie van gebouwen dragen bij aan luchtvervuiling, hittestress, UV-straling en allergieën; effecten die door klimaatverandering steeds zichtbaarder worden. Ook verontreiniging van drinkwater en binnenlucht kan leiden tot gezondheidsproblemen. Volgens het RIVM zijn deze milieufactoren steeds vaker gelinkt aan chronische aandoeningen en verhoogde zorgkosten.
Daarnaast worden veel bouwmaterialen nog altijd ontworpen zonder expliciete aandacht voor gezondheid. Synthetische materialen kunnen schadelijke stoffen uitstoten, zoals formaldehyde in spaanplaat, biociden in verf, of dampen uit PUR-isolatie. Deze stoffen komen via de binnenlucht in contact met bewoners en gebruikers van het gebouw.
Een circulaire economie biedt juist kansen om gezondere gebouwen te realiseren. Door te kiezen voor materialen die veilig zijn in gebruik én herbruikbaar, kunnen we de impact op gezondheid sterk verminderen.
Biobased materialen zijn hierin een belangrijk alternatief. Ze bevatten doorgaans weinig tot geen synthetische toevoegingen en dragen bij aan een gezond binnenklimaat. Denk aan isolatiematerialen van hennep, vlas of houtvezel, die vocht kunnen reguleren en schadelijke dampen vermijden.
Ecologische isolatiematerialen kunnen vocht opnemen en afvoeren, waardoor de luchtvochtigheid binnenshuis stabieler blijft. In combinatie met goede ventilatie zorgt dit voor een gezondere leefomgeving, minder ziekteverzuim en lagere zorgkosten.
In een lineaire economie hebben producten na gebruik vaak geen restwaarde en kost het geld om ze af te voeren. In een circulaire economie kunnen producten en materialen juist opnieuw worden ingezet, wat leidt tot kostenbesparing op grondstoffen, afvalverwerking en productie.
De restwaarde van circulair ontworpen gebouwen en producten speelt hierbij een belangrijke rol: onderdelen kunnen worden teruggenomen, hergebruikt of verkocht, waardoor ze economisch aantrekkelijker worden. De besparing hangt af van factoren zoals:
Met het toenemen van grondstoffenschaarste en geopolitieke risico’s is de verwachting dat de kosten van primaire materialen verder zullen stijgen. Dit zijn grondstoffen die direct uit de natuur worden gewonnen, zoals metalen, zand en fossiele grondstoffen. Circulair bouwen biedt dus niet alleen ecologische, maar ook economische voordelen – zeker op de lange termijn.
Hoewel Nederland een hoog percentage bouwafval recyclet (88%), blijkt uit het Circularity Gap Report dat slechts 8% van de gebruikte bouwmaterialen daadwerkelijk circulair is. Dat betekent dat ze een gelijkwaardige of verbeterde toepassing krijgen. De rest wordt gedowncycled. Bijvoorbeeld als funderingsmateriaal voor wegen — wat leidt tot verlies van waarde.
In een circulaire economie wordt gestreefd naar hoogwaardig hergebruik van bouwmaterialen. Dit vraagt om:
Nederland is sterk afhankelijk van de import van kritieke grondstoffen zoals lithium, kobalt en koper, die vaak afkomstig zijn uit geopolitiek instabiele regio’s zoals China. Deze afhankelijkheid vormt een risico voor de continuïteit van productie en bouw.
Een circulaire economie helpt dit risico te verkleinen door:
Nederland heeft met het Grondstoffenakkoord de ambitie uitgesproken om in 2050 volledig circulair te zijn. Als tussenstap moet in 2030 het gebruik van primaire grondstoffen met 50% zijn verminderd.
De zorgsector speelt hierin een belangrijke rol: door circulair bouwen en verbouwen actief te omarmen, kan zij bijdragen aan deze nationale doelstellingen.
Daarnaast heeft de zorgsector zich verbonden aan de Green Deal Duurzame Zorg. Hierin staan vier pijlers centraal:
Zonder expliciete vraag of opdracht worden circulaire principes vaak niet meegenomen in bouwplannen. De wettelijke eisen voor circulair bouwen zijn momenteel nog beperkt, en de Milieuprestatie Gebouwen (MPG) stelt slechts minimale eisen. Daarom is het essentieel dat zorgorganisaties hun ambities expliciet formuleren en uitvragen bij ontwerpers, aannemers en leveranciers.
En er zijn ook risico’s verbonden aan niet-circulair bouwen:
Circulair bouwen vraagt om maatwerk. Dat betekent: extra tijd, aandacht en soms hogere kosten in de ontwerpfase. Ook zijn er technische en juridische risico’s, bijvoorbeeld bij het hergebruik van constructiematerialen. Denk aan:
Gelukkig zijn er laagdrempelige manieren om te starten, zoals het toepassen van biobased isolatiematerialen, modulair bouwen of het hergebruiken van niet-dragende elementen. De Wegwijzer Circulair Bouwen in de Zorg (binnenkort beschikbaar) biedt praktische handvatten.
1. Strategische voorbereiding
2. Marktverkenning en samenwerking
3. Aanbesteding en inkoop
4. Ontwerp en uitvoering
5. Monitoring en evaluatie
6. Opschaling en kennisdeling
thema's
Meer over EVZ
Maandag 3 november is er weer een EVZ Roadshow in Driebergen. Schrijf je nu in voor een inspirerende ochtend met kennis en ervaringen uit de praktijk van verduurzaming zorgvastgoed.